Het Brabants Dagblad van 27 augustus citeert een rapport van Elsevier waaruit zou blijken dat Vught de beste woonplaats van Brabant is. Navraag bij diverse inwoners leverde 'nogal' wat kanttekeningen op. Zo werd ook VughtParticipeert gevraagd haar mening te geven en delen daarvan zijn opgenomen in het artikel. Onderstaand onze gehele reactie, waarin wij onze grote zorgen hebben geuit over de werkelijk stand van zaken en de komende verbouwingen.
Vught zou perfect zijn als het niet in de infrastructurele oksel van Brabant zou liggen.
Inderdaad ligt Vught voor nationale organisaties als Pro-Rail en RWS/Provincie in de weg. Nu geldt dat voor vele locaties in Nederland en in de 60-er tot 90-er jaren had je als dorp dan gewoon pech. Voorbeelden zijn Vlaardingen (onder de kruising van A4 en A20), Badhoevedorp (onder de kruising van A9 en A4), Waardenburg (verbreding A2) en Utrecht Amelisweerd (A27). Allemaal locaties waarvan de BV Nederland vindt dat daar veel verkeer door, over en langs moet.
Vandaag de dag hebben wij normen wat betreft stikstof, fijnstof en lawaai, waar met open verkeersgoten niet meer aan voldaan kan worden. Ook het oprekken van modellen en het zaaien van verwarring en complexiteit, heeft zijn langste tijd gehad. Gelukkig zijn er technieken beschikbaar, en steeds beter betaalbaar, om infrastructuur te kunnen bouwen met respect voor de plaatsen die in de weg liggen. Zo is er een mooie tunnel gebouwd onder Rijswijk om Den Haag Centrum te ontsluiten (Rotterdamse baan) zonder dat het verkeer op maaiveld door het dorp moet, idem de N14 onder Leidschendam, de verbinding A4 en A44 onder Leiden-Zuid, de uitbreiding van de A2 ter hoogte van Utrecht en de vernieuwing van de A2 ter hoogte van Maastricht. Allemaal voorbeelden waar recentelijk de infrastructuur kon doorgroeien zonder dat de lokale bewoners daarvoor met hun gezondheid moesten betalen, in de meeste gevallen zelfs met een aanzienlijke verbetering van de leefbaarheid.
Ook voor Vught geldt dat de infrastructuur onder de grond moet en wel op kosten van Den Haag, zoals onze burgermeester dat ruim 10 jaar geleden ook heeft aangegeven. Helaas is de gemeentelijke organisatie van Vugth vermalen in de geoliede machines van Pro-Rail en RWS. Niet alleen hebben wij grote consessies gedaan, ook hebben wij voor het beperken van ons ongemak heftig moeten meebetalen. Hier komt participatie en de gezamenlijke inzet van ambtelijk apparaat en inwoners mogelijk te laat. Hier komen wij bij 'participatie' nog op terug.
Vught zou perfect zijn als er een beter aanbod van huisvesting zou zijn voor alle groepen van de bevolking.
De vorige coalities hebben zwaar ingezet op de bouw van dure woningen en hopelijk komt er nu een duidelijke omslag. Nu is het tekort aan betaalbare woningen een nationaal probleem, maar in Vught is het extra schrijnend. Veel jongeren vinden geen mogelijkheid in de eigen gemeente een woning te vinden en veel ouderen zien niet hoe zij uit hun te grote huizen naar een passend alternatief kunnen verhuizen.
Dit probleem wordt niet opgelost met het inmiddels gedateerde marktdenken, niet alleen omdat op dit moment de ontwikkelaars vooral in de hogere segmenten willen bouwen. Hier is nationale regie nodig en een herwaardering van het concept van de woningbouw verenigingen. Helaas zullen de huidige hoge kosten voor bouwmaterialen en vaklui een spoedige verandering frustreren. De gemeente zou hier kunnen helpen door bouwgrond niet meer te koop aan te bieden maar andere financieringsvormen toe te passen. Dat heeft zeker invloed op de inkomsten van de gemeente, maar nu het geld schijnbaar tegen de lambrisering aanklotst, is dit het moment.
Vught zou perfect zijn als er beter geparticipeerd zou worden.
Het nieuwe gemeentebestuur heeft participatie hoog in het vaandel geschreven. De ervaringen van de laatste 1,5 jaar laten echter zien dat wij nog veel moeten leren. Om die reden zal VughtParticipeert binnenkort een 'witboek participatie' opleveren en concrete aanbevelingen voor verbetering doen. Zonder hierop vooruit te lopen is de algemene teneur dat de gemeente en inwoners beter moeten samenwerken. De inwoner moet meedoen en uit de bezwaar-modus komen en de gemeente moet haar wantrouwen van de inwoners afbouwen, transparanter werken en beter gebruik maken de kennis, ervaring en betrokkenheid van de inwoners.
Hierdoor kunnen betere plannen ontstaan, is er minder frustratie en bezwaar achteraf en komt de kracht van de hele gemeente beschikbaar. Dan heeft de gemeente (ambtelijk apparaat en inwoners) een krachtiger antwoord en wordt niet vermalen door de geoliede nationale en provinciale machines.
Vught zou perfect zijn als het democratische en politieke proces constructief gedrag zou stimuleren.
Het politieke en democratische proces heeft last van een bestaansrecht op basis van conflict. Het is politiek niet succesvol om constructief samen te werken, partijen worden bij verkiezingen beloond omdat zij krachtig optraden en duidelijk tegengestelde posities innamen. Helaas verstommen deze stoere uitspraken tijdens de coalitie-onderhandelingen en dan zitten de voormalige tegenstanders weer braaf naast elkaar, terwijl de nieuwe oppositie iedere misstap met veel misbaar en moties aan de paal probeert te nagelen.
Het zou in het belang van de hele gemeente zijn als de fractie-voorzitters dit ter harte zouden nemen en niet iedere aanleiding aangrijpen om elkaar de hersens in te slaan. Dat zal niet van vandaag op morgen veranderen, misschien hebben wij daarvoor een generatiewissel in de gemeenteraad nodig, zodat wij afstand kunnen nemen van oude vetes en gestolde meningen.
Tot slot
Wat betreft de beoordeling van de woonplaats Vught laten wij de bovengenoemde zorgen zwaar wegen tegenover de positieve aspecten. De komende jaren zullen de verbouwingen veel leefbaarheid wegnemen en als daarna de kaalslag zichtbaar wordt, hebben wij nog lang nodig om onze oude luister te herstellen. Op basis van deze afweging hoort Vught in de komend jaren niet in de bovenste helft van de beste gemeenten van Brabant.
PS De uitspraak "Gaat u maar rustig slapen, er is niks aan de hand" is van minister-president Colijn. Wij weten wat er daarna gebeurde. Zie Brabants Dagblad 23-03-20.